Fractaaltje

Fractal voor TU/e

voor meer informatie: Jules Ruis


Terug naar de index van Fractaaltjes



Voorstel van Jules Ruis:

“Kies de Fractal als leidend principe

voor het Onderzoek aan de TU/e”

In het voorjaar van 2004 is het nieuwe onderzoeksprofiel van de Technische Universiteit Eindhoven vastgesteld. Het ‘Research Profile TU/e’ bevat een analyse van de sterkten en zwakten van het wetenschappelijk en technologisch onderzoek aan de TU/e. Het is gebaseerd op strategische keuzes die door de negen faculteiten van de TU/e zijn gemaakt. De keuzes leiden tot tien interfacultaire onderzoeksprioriteiten. Deze zijn op hun beurt weer geclusterd in drie onderzoeksgebieden: biomedische technologie, nieuwe materialen en zich aanpassende systemen (adaptive systems).

Wat thans helaas nog ontbreekt is een algemeen leidend principe (een ambitie, missie of visie), dat als inspiratiebron zou moeten dienen voor de gehele TU/e en dat zijn invloed zou moeten uitstralen naar de gehele regio Eindhoven. Dit is jammer, want kijkend naar de inhoud van het onderzoek zijn de toonaangevende hoogleraren een focuspunt genaderd dat zijn weerga in de wereld niet kent. Zij blijken allen verbonden aan onderzoek dat gepositioneerd is in een dynamische en complexe omgeving van zich steeds herhalende en aanpassende patronen.

Bij nadere analyse van de drie clusters blijken deze clusters van verschillende orde. Er is een zekere onderlinge hiërarchie te onderscheiden. Het cluster ‘adaptive systems’ is het hoogste niveau van abstractie. Het betreft de ruimte waarin de te onderzoeken verschijnselen zich afspelen. Dat zijn geen stabiele werelden meer van Newton, maar dynamische en complexe systemen die zichzelf organiseren en zich steeds weer (veelal niet-lineair) aanpassen aan veranderende omstandigheden. Het tweede cluster ‘new materials’ bevindt zich op het tweede niveau. Dit niveau omvat concretiseringen en materialiseringen binnen de theorie op het eerste niveau. Het derde niveau tenslotte betreft de toepassinggebieden waar de resultaten van het tweede niveaus gebruikt kunnen worden. In het geval van de TU/e valt de keuze op het gebied van de “life sciences/ biomedical technologies’. Met de indeling in drie niveaus is een hiërarchische ordening aangebracht tussen de drie door de TU/e gekozen clusters.

Naar verwachting zullen de facultaire gebieden, met behoud van verdere specialisatie, zich in de toekomst vooral ontwikkelen in de richting van meer onderlinge integratie. Het betreft met name de gebieden natuurkunde, scheikunde, elektrotechniek, wiskunde en informatica. Daarbij voegt zich op korte termijn de biologie Alle faculteiten onderzoeken zowel natuurlijke verschijnselen als verschijnselen in de natuur. In de technologie was dat aanvankelijk alleen de dode natuur, maar inmiddels is steeds vaker ook de levende natuur subject van onderzoek. Aldus ontstaan nieuwe combinaties van gebieden zoals bijvoorbeeld de nanobioinformatica. Een leidend principe, zowel voor die dode als voor die levende natuur, is de fractal. In wiskundige termen betreft dit de wereld van gebroken dimensies en de zich steeds herhalende patronen in complexe adaptieve systemen en netwerken.

Het is naar mijn mening de fractal die ook als leidend principe zou kunnen dienen voor het wetenschappelijk en technologisch onderzoek aan de TU/e. De Technische Universiteit Eindhoven profileert zich daarmee als kern voor verdere groei en interactie met andere instellingen. De fractal kan ook goed gebruikt worden als metafoor voor de inhoudelijke karakterisering van Zuidoost-Brabant, de Brainport van West-Europa met het Evoluon als icoon voor “een Regio waar Technologie voor Mensen tot Leven komt”.

7 juni 2004
Jules Ruis.

 

Naar de top van deze pagina