Back to the index of Quality of Life



De motivatietheorie van Abraham Maslow

Maslow is een van de bekendste vertegenwoordigers van de humanistische psychologie, ‘the third way’ naast dieptepsychologie en behaviorisme. Volgens de humanistische psychologie doen zowel de dieptepsychologie als het behaviorisme de mens tekort. Je moet de mens niet benaderen als een door driften bepaald wezen (dieptepsychologie): dit reduceert de mensen tot een dier. Je moet de mens ook niet benaderen als een wezen dat alleen door beloning en straf te beïnvloeden is: dat reduceert de mens tot een machine. De humanistische psychologie wil de mens benaderen vanuit zijn mogelijkheden. De mens heeft een oneindig potentieel aan mogelijkheden in zich, en door je daarop te richten kun je oneindig meer uit jezelf halen dan wanneer je je richt op de strijd tussen je driften en je geweten, of op conditionering door beloning en straf. De humanistische psychologie erkent wel de werking van die principes, maar stelt dat het te beperkt is om daar alleen naar te kijken.

Zelfverwerkelijking is volgens de psychologen van de humanistische psychologie de kern van het menszijn. De natuur van ieder mens is er op gericht de mogelijkheden en talenten tot ontplooiing te brengen. Dat geldt zowel op sociaal gebied (vriendschap met vrienden en vriendinnen) als op maatschappelijk gebied (schoolopleiding, baan, enz.). Er zijn echter veel belemmeringen die ons er van afhouden werkelijk uit onszelf te halen wat er in zit. Als we die belemmeringen weg zouden kunnen nemen, dan zouden er oneindig veel meer mogelijkheden kunnen worden gerealiseerd dan we nu doen. We benutten nu veelal slechts een fractie van onze potentiële mogelijkheden. Welke belemmeringen zijn dat dan? Om dit te doorgronden is het belangrijk te weten door welke drijfveren een mens zoal wordt aangedreven in zijn leven.

Abraham Maslow onderscheidt de volgende vijf behoefteniveaus in menselijk gedrag:

a. Het niveau van de primaire biologische behoeften. Mensen hebben allereerst behoefte aan eten, drinken, zuurstof, kleding, onderdak, enz. Dit fysiologische niveau is primair, dat wil zeggen het zijn de overlevingsbehoeften. Als hieraan niet in voldoende mate wordt voldaan wordt de ontwikkeling van de hogere niveaus belemmerd. Een kind in een ontwikkelingsland dat honger heeft zal zijn aandacht niet lang gericht kunnen houden op leren op school, de behoefte aan voedsel is dominant, vraagt voortdurend aandacht. Iemand die zuurstoftekort heeft zal eerst aan de behoefte aan zuurstof willen en moeten voldoen om te overleven.

b. Het niveau van de veiligheidsbehoeften, (de behoefte aan bestaanszekerheid).  Als aan de fysiologische behoeften is voldaan is fundamenteel dat aan de behoefte aan veiligheid wordt voldaan. Een baby heeft niet alleen melk nodig, maar ook koestering, warmte, liefde, een vast ritme, regelmaat, orde, stabiliteit, rust. Door onverwachte, onvoorspelbare gebeurtenissen, of door inconsequent gedrag raken kinderen in de war, worden ze angstig. Als aan de fysiologische en veiligheidsbehoeften is voldaan ontstaat vertrouwen. Het basisvertrouwen ontstaat in het contact met de moeder die als voedende en verzorgende persoon de eerste is die veiligheid representeert. Vervolgens breidt dat vertrouwen zich uit, en ontstaat er bij een gezonde ontwikkeling ook vertrouwen in zichzelf.

De Amerikanen spreken hierbij van 'basis trust', basisvertrouwen. D.w.z.: hier wordt de basis gelegd van een fundamenteel vertrouwen in jezelf, de mensen om je heen, de mensheid, de wereld. Als er hier iets mis gaat is er in dat fundament een hiaat, dat gevolgen heeft voor het verdere leven. Het is van belang hier eerst aan te werken. Als er een tekort blijft in het basisvertrouwen zal dit gedurende ons hele leven belemmerend werken: angsten kunnen het gevolg zijn, je voelt je dan niet veilig op deze aarde. Let wel: dit betreft dus niet zozeer het je niet veilig voelen in een bepaalde situatie, maar meer een allesomvattend (on)veiligheidsgevoel.

c. De sociale behoeften: behoefte aan liefde, en de behoefte ergens bij te horen. Onder liefde kan daarbij worden verstaan: 'erg goed begrepen en geheel aanvaard worden'. 'Liefde impliceert een gezonde, tedere betrekking tussen mensen die wederkerig vertrouwen inhoudt. In de juiste relatie is er geen vrees, verdedigingsmiddelen zijn weggevallen.' Liefde wordt vaak aangetast als je bang bent dat je zwakheden en gebreken ontdekt zullen worden, en er misbruik van zal worden gemaakt. Het kind en de mens in het algemeen heeft behoefte aan een band met de mensen om hem heen. Met name ontstaat de behoefte aan een plaats in de groep leeftijdgenoten. Clubs kunnen bijvoorbeeld een min of meer veilige 'oefenplaats' bieden voor het ontwikkelen van sociaal gedrag in een gemeenschap. Met de behoefte aan liefde wordt zowel de behoefte aan het ontvangen van liefde als de behoefte aan het geven van liefde bedoeld. Het is ook belangrijk om te 'leren' een bijdrage te leveren aan een gemeenschap; bijvoorbeeld in eerste instantie aan het gezin, en vervolgens aan groepen leeftijdgenoten. Dat geeft ook weer een goed gevoel terug.

d. De behoefte aan erkenning en waardering. We hebben twee soorten behoeften op dit niveau:

- de behoefte aan zelfwaardering; d.w.z.: verlangen naar zelfvertrouwen vanwege waardering voor jezelf, je succes, zelfwaardering voor wie je bent; dit houdt ook in: verlangen naar vrijheid, onafhankelijkheid, verlangen een eigen individu te zijn, en zelfwaardering voor wat je in dit opzicht al hebt bereikt;

- de behoefte aan waardering door anderen; d.w.z.: respect, aanvaarding, erkenning als persoon, erkenning op grond van kwaliteiten, verwerven van een bepaalde status (een 'eigen plaats' in de groep op grond van je 'jou-zijn', op grond van wie je bent.

Waardering voor jezelf (zelfrespect, zelfvertrouwen) is de basis voor het kunnen geven van waardering aan anderen.

e. De behoefte aan zelfverwezenlijking. Dat is: het verlangen om meer en meer te worden wie je in aanleg al bent. Onze potentiële mogelijkheden zijn groot. Als aan de vorige niveaus is voldaan zullen we pas echt toekomen aan de volledige ontplooiing van ons zelf. Er zijn dan geen angsten meer die ons belemmeren. We voelen ons niet meer beknot door onze strijd om een plaats in de groep. We voelen ons vrij van angst, en vrij van de waardering of beoordeling van anderen. Op basis van het bereikte zelfvertrouwen komen we, als vrij mens, toe om te realiseren wat in ons is, zonder belemmeringen van binnen (in onszelf) of van buitenaf. Het is het niveau van de vrije zelfontplooiing.

Volgens Maslow komt maar een klein percentage van de mensheid toe aan volledige zelfontplooiing. Dat komt omdat mensen in vorige fasen blijven steken, omdat ze nog veel energie nodig hebben voor zelfhandhaving, voor hun zelfvertrouwen, voor hun struggle for life. Zolang je je energie nodig hebt voor de strijd om het bestaan heb je je energie niet vrij beschikbaar om deze te besteden aan je beschikbare potentieel, aan je menselijke mogelijkheden.

Maslow deed onderzoek naar mensen die hij 'zelfvervullers' noemde, die dus volgens hem dat vijfde stadium hadden bereikt. Het waren presidenten van Amerika, beroemde atleten en wereldleiders. Een kenmerk van die zelfvervullers was o.a. dat zij bij hun daden en keuzen het gevoel hadden dat zij vaak de juiste actie op het juiste moment deden. Zij hadden vaak het gevoel van "zo is het goed", "de dingen vallen op hun plek". Verder hadden zij vaak momenten die Maslow typeerde als 'topervaringen'; d.w.z.: momenten dat ze zich goed voelden, momenten van geluk, van vreugde, blijdschap; momenten van zich verheven voelen boven de pijn van het leven. Topervaringen overkomen je: je kunt er niet naar streven, dan bereik je ze juist niet. Het is iets van: van jezelf mogen zijn wie je bent; van jezelf houden zoals je bent, zonder jezelf als volmaakt te zien. Dergelijke topervaringen zijn pieken, ze doen zich af en toe voor, bij de een meer, bij de ander minder.

De 5 genoemde behoeften-niveaus zijn essentieel voor de opvoeding van kinderen.

1e niveau: belang van een regelmatige voeding en verzorging; op tijd een schone luier;

2e niveau: basisvertrouwen ontstaat door koestering, veiligheid, exploratie (zelf ervaren van grenzen); belang van rust, reinheid en regelmaat (de 3 r's!) in de voeding en verzorging;

3e niveau: belang van onvoorwaardelijke liefde, d.w.z.: aanvaarding van het totale kind zoals het is; tevens is een plaats in de groep leeftijdgenoten belangrijk;

4e niveau: belang van succeservaringen: op school (leerresultaten), thuis (zelfstandigheid);

5e niveau: zelfontplooiing; de vorige 4 niveaus leggen de basis voor dit vijfde niveau, dat pas in de volwassenheid gerealiseerd wordt.

Toegepast in de psychotherapie betekent dit dat vooral niveau 2 belangrijk is; veel mensen zitten vast op het niveau van de veiligheidsbehoeften, waardoor ze last hebben van angst. De therapeutische methode is dat gewerkt wordt aan het verstevigen aan het basisvertrouwen, de basic trust. Allereerst door zelfacceptatie; het leren van zelfbevestiging is daarbij fundamenteel. D.w.z.: leren houden van jezelf zoals je bent; niet anders willen zijn dan je bent. Je sterke en minder sterke kanten niet ontkennen, maar herkennen en erkennen. Van jezelf mogen zijn wie je bent, zonder dat er steeds een afkeurende stem is die je naar beneden praat. Hoe kun je zo'n positieve houding ten opzichte van jezelf bereiken? Door te durven kijken naar jezelf zoals je bent; door je goede kanten te zien, en daar zelfwaardering voor te mogen hebben van jezelf. Door niet boos te zijn of verdrietig vanwege kanten die je in jezelf niet zo makkelijk accepteert. Zie wat er is, zonder oordeel, zonder schuld: het leven heeft je dit gebracht, accepteer wie je nu bent, op dit moment, en bouw voort op het fundament dat er al is. Zie ook het fundament dat er al is. Er is vaak meer dan je denkt. Onderken dat je vaak meer kijkt naar de dingen die er nog niet zijn, of die je anders zou willen hebben. Wees je daar bewust van. En richt je dan op die positieve kanten.

Het sleutelwoord van de humanistische psychotherapie is: zelfacceptatie.

Bron: A. Maslow, Motivatie en persoonlijkheid

Een boek waarin bepaalde opvattingen van de humanistische psychologie voor het onderwijs zijn uitgewerkt is:

"Leren in vrijheid", van Carl Rogers.