Peter Swinkels, voorzitter BZW

"We moeten lef en ambitie tonen"

Terug naar Index TIM



Peter Swinkels, de nieuwe voorzitter van de BZW,
„We moeten lef en ambitie tonen“
Door HENK VAN WEERT

Donderdag 3 november 2005

Peter Swinkels (60) is sinds eind juni voorzitter van de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging. De Bavaria-directeur houdt van klare taal. Weg met pessimisme en lamlendigheid. „We zijn ingedut. De hand moet weer aan de ploeg.“ En de overheid? „Het mes moet in de bureaucratie en de regeltjes.“

„Weet je,“ zegt hij plotseling. „Het lijkt wel alsof we geen ambitie meer hebben in dit land. We zijn ingedut. Het komt allemaal vanzelf wel goed, is de gedachte. Nou, zo gaat het niet, hoor. De hand moet echt aan de ploeg in Nederland. De wereld wordt steeds groter en we moeten concurreren op die wereldmarkt. Als je zelf geen lef en ambitie toont en als de overheid ons geld liever in de bureaucratie stopt kom je er domweg niet.“

Peter Swinkels, econoom. Ruim dertig jaar geleden deed hij zijn intrede in het bekende familiebedrijf. Bavaria was toen een middelgrote, op de thuismarkt gerichte brouwerij. Onder leiding van Peter Swinkels veranderde dat. Bavaria gooide de luiken open en werd veel groter en internationaler.

„De eerste keer dat ik iets in het buitenland verkocht is me altijd bijgebleven. Twee vrachtwagens bier, in Italië, in 1973. We kregen in die tijd brieven uit andere landen. Of we bier wilden verkopen. Daar deden we niks mee. Ik kwam net van de universiteit en ik had er wel zin in. Dus ik zeven adressen langs in Italië, totdat ik beet had in Turijn. Euforisch was ik!“

„Ik had ook gelijk door hoe dat moest. Voorbereiding is alles. We hadden geen e-mail, geen internet, geen Google. Als ik voor zaken naar een vreemd land moest kocht ik bij een boekwinkel in Helmond een boekje over dat land, zodat ik iets wist over de mensen die er woonden. Van jou als verkoper wordt verwacht dat je het gesprek opent. Als je laat merken dat je iets van hun land weet, is het contact gelegd. Ik ben geen uitgesproken voetballiefhebber, maar als ik naar Italië moest zorgde ik ervoor dat ik wist hoe de voetbalcompetitie ervoor stond. Dat Juventus bovenaan stond en niet Inter. Kom je vanzelf op Cruijff en zie, het ijs is dan gebroken.“

„Toen ik naar Nigeria ging wist ik dat de moslim-invloed er groot is. Eenmaal daar rook ik mijn kans. Op die reis is het idee onstaan om alcoholvrij bier te maken. Wat ik wil zeggen is: maak een geïnteresseerde indruk. Thuis doen we dat ook. Bij Bavaria hebben we de vlaggen van alle landen gekocht. Als we verre gasten krijgen hangen we hun vlag uit bij onze voordeur. Vinden die mensen prachtig. Je maakt het mee dat ze er bijna met tranen in de ogen naar staan te kijken. Vind ik mooi.“

Mens

Hij kwam in contact met allerlei soorten zakenmentaliteit. Het heeft hem geleerd dat de Nederlandse zo slecht nog niet is. In de harde Angelsaksische zakenwereld waarin de aandeelhouder altijd voorop staat en concurrenten elkaar tot in de rechtszaal bestoken ziet hij niet veel.

„Da’s is een heel andere cultuur dan de onze. Ik ben helemaal voor de vrije markt, maar ik geloof niet in ongebreidelde concurrentie. Niet in concurreren om te concurreren. De factor mens moet wat mij betreft altijd van betekenis blijven. Ik zie de mens niet als een gereedschapskistje dat je open of dicht doet, naar gelang het je uitkomt. Dat is niet mijn stijl. Ook niet die van andere Brabantse en Zeeuwse ondernemers, denk ik.“

De zuidelijke ondernemer is zeker niet lankmoedig, vindt hij. „Ik vind ze juist erg zakelijk. Soms zakelijker dan de noorderling. We komen hier, met een informeel sausje over de contacten, vaak sneller tot business dan elders, geloof ik. Wat ons ook tekent is dat we groot respect voor elkaar hebben. We geven gewoon toe dat anderen iets moois tot stand brengen. Zo heb ik een heel groot respect voor Wim van der Leegte van VDL. Hij strijdt zijn strijd en levert grote zakelijke prestaties.“

„Ook een bedrijf als DSM levert een topprestatie, vind ik. Van steenkolen naar chemie, naar fijnchemie en nu naar gezondheid. Doe het ze maar na. En vergeet DAF Trucks niet. Dat levert een geweldige prestatie, die terug te voeren is op de mensen zelf. Als het moet zetten we ergens onze schouders onder. Daarom is al die angst voor Oost-Europa, China en India ook zo onterecht. Niet bang zijn voor die landen. Vertrouw op je zelf. Economie is niks anders dan vertrouwen en optimisme. Gelukkig gaan de investeringen in de bedrijven weer omhoog. Ook bij ons. Bavaria heeft nog nooit zoveel geïnvesteerd als nu. Wij kijken optimistisch naar de toekomst.“

Incidentendemocratie

Maar dan moet de overheid wel meewerken, voegt Swinkels er in één adem aan toe. Helemaal gerust is hij er niet op. „Wij leven in een enorme incidentendemocratie. We hollen van het ene incident naar het andere en het treurige is dat het vaak om niks gaat. Ik heb me bijvoorbeeld wild geërgerd aan dat gedoe over de bezittingen van minister Veerman. Ging nergens over, maar de politiek stond een week stil. En ondertussen ging de opbouw van de bureaucreatie verder. Aan ons, ondernemers, de taak om die eindelijk eens af te breken.“

Hij legt, als voorbeeld, een check-list van de gemeente Tilburg op tafel. Een bladzijde of vier vol met aandachtspunten. „Als je in Tilburg iets wil bouwen of ondernemen moet je hier aan voldoen. Bij elkaar zijn dit honderd stappen die je moet doorlopen. Veertig wetten waar je aan moet voldoen. Het is goed dat Tilburg het zo op een rijtje zet, maar kunnen we in ’s hemelsnaam eindelijk eens drievierde van dat lijstje schrappen?

Hij geeft nog een voorbeeld, uit eigen keuken. Bavaria wilde in het nieuwe hoofdkantoor een bedrijfscrèche inrichten om de jonge moeders en vaders ter wille te zijn. Daar zijn overheidsregels voor. Het plan liep na eindeloze discussies met toezichthouders uit op een conflict over de kapstok.

„Ik wilde een mooie kapstok met 25 centimeter tussen de haakjes, maar dat mocht niet. Ik zou in overtreding zijn, omdat de haakjes precies 20 centimeter van elkaar af moeten zitten. Wat een bureaucratie, geen beginnen aan. Ik zag allemaal boete en ellende op me afkomen, dus ik ben er maar niet mee verder gegaan. Dat is heel erg treurig, vind ik. Als BZW zijn we dit soort dingen op een rijtje aan het zetten. We maken er een zwartboek van.“

Werken

Nederland moet zich er zich meer van bewust worden wat er op economisch gebied in de wereld aan het hand is, vindt Swinkels. „Wij willen dat er meer gewerkt moet worden in Nederland. Nu werken we 1356 uur per jaar, dat moet naar 1816. Doe je het niet, dan houd je de concurrentie met de VS niet vol, zo simpel is dat. Daar doen ze dat namelijk wel. Ik zeg niet dat iedereen meer moet doen. Kijk naar de zwaarte van de beroepen en stel het daar op af. Niet populair, zo’n standpunt? Nou, ik vind dat ik het mag zeggen, of niet?“

De vakbonden hollen zichzelf uit, als ze zich blijven verzetten, denkt Swinkels. „Een tijdje geleden is er een nieuwe vakbond opgericht door jongeren, onder leiding van Mei Li Vos. De jongeren vertikken het om de rekening van de toekomst te betalen. Dat snap ik goed. Ze hebben gelijk. De traditionele bonden zouden er van moeten schrikken dat iemand anders met hun handel aan de haal gaat. Er van leren ook.“

Peter Swinkels is strijdbaar. Nee, een erebaantje is het niet, vindt hij. De voorzitter van de BZW moet de bres op. „Een paar jaar geleden spraken we in Europa in het Lissabon-akkoord af dat we 3 procent van het BNP zouden investeren in onderzoek en ontwikkeling. Het is er niet van gekomen, hoewel het bedrijfsleven in Zuid-Oost Brabant het juist wel haalt. De overheid blijft erg achter. Daar erger ik me gruwelijk aan.“

--------------------------------------------------------------------------------------------

Gelezen in het Eindhovens Dagblad van donderdag 3 november 2005

--------------------------------------------------------------------------------------------

Terug naar de top van deze pagina.