Fractal Research/Products

KNAW-hoogleraar

Rutger van Santen

for more information e-mail: Jules Ruis


Back to the Index of Fractal Research



KNAW-hoogleraar Rutger van Santen in Cursor TU/e d.d. 9 maart 2006

‘Onderzoek gaat om het genereren van opties’
Katalyse/Ivo Jongsma
Foto/Bart van Overbeeke


Sinds april vorig jaar is oud-rector prof.dr. Rutger van Santen (60) KNAW-hoogleraar. De TU/e krijgt van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen een miljoen euro, zodat de hoogleraar zich vijf jaar volledig met de wetenschap kan bezighouden. Katalysespecialist Van Santen richt zich in die periode op de belangrijkste nieuwe vragen van zijn terrein. Hij legt de lat hoog: hij gaat onder meer op zoek naar een oplossing voor het broeikaseffect. De inspiratie haalt de oud-rector uit de chemie die aan de basis stond van het leven.

Baanbrekend werk. Dat wil wetenschapper Rutger van Santen de laatste vier jaar van zijn werkzame leven weer gaan doen. “Werkelijk vernieuwend, hoog-risico onderzoek met een grote impact”, aldus de ex-rector. Dus stelde hij zichzelf, om invulling te geven aan zijn KNAW-hoogleraarschap, de vraag: wat zijn nu dé grote kwesties voor de katalyse? Zijn antwoord: de overschakeling van de steeds schaarser wordende fossiele brandstoffen op biomassa, en het klimaat-probleem. Meer specifiek: het broeikaseffect, de opwarming van de aarde die voor een groot deel ontstaat door de ongebreidelde uitstoot van CO2 door menselijke activiteiten. Van Santen heeft een idee om de stijging van het koolzuurgasgehalte van de atmosfeer af te remmen. Er bestaan natuurlijk al oplossingen om het CO2-probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld het idee om het gas bij de bron af te vangen en vervolgens diep in de oceaan op te slaan. Of het afgevangen gas injecteren in de bodem op plaatsen waar eerder aardgas of olie werd gewonnen. Kan, maar het is erg bewerkelijk en duur. En het is allemaal nog nooit echt uitgevoerd.

Inspiratiebron
Van Santen volgt een heel andere lijn. Recent onderzoek naar het ontstaan van het leven bracht hem op het idee. “Er zijn theorieën dat de eerste systemen die lijken op eencellige wezens, zijn ontstaan bij zogeheten fans, gaten in de zeebodem waaruit allerlei gassen uit het binnenste van de aarde komen. IJzersulfide lijkt in die systemen een hoofdrol te spelen, dat is de katalysator.” Volgens de hoogleraar lijkt het erop dat je met behulp van ijzersulfide CO2, maar ook het broeikasgas methaan zou kunnen omzetten naar ‘hogere koolwaterstoffen’. Ofwel: naar andere stoffen, die niet bijdragen aan het broeikaseffect. En dan is de bewerkelijke opslag van koolzuurgas in bodem of oceaan niet meer nodig.
Daarom gaat de oud-rector de komende jaren met een aantal medewerkers de chemie van ijzersulfide bestuderen. Gedeeltelijk doet hij dit samen met een gerenommeerd Chinees katalyse-instituut in de stad Dalian. Als onderdeel van deze samenwerking zullen de komende drie jaar continu drie Chinese onderzoekers aan het werk zijn in het lab, hier aan de TU/e.
De levende natuur is nog op een andere manier een startpunt voor het onderzoek waarmee Van Santen nu begint. Hij wil zelforganiserende systemen maken, zoals die ook voorkomen in de natuur. Het is al lastig om een katalysator te vinden; om erachter te komen welke stof een bepaalde chemische reactie op gang helpt. Maar identificatie van een katalysator is slechts stap één. Grootschalige toepassing ervan, bijvoorbeeld in de chemische of farmaceutische industrie, vergt vaak nog veel werk. “Het gedrag van katalysatoren in reactors blijkt heel erg moeilijk te voorspellen”, aldus de hoogleraar. “Je zou eigenlijk willen dat die katalysator zichzelf organiseert voor een optimaal resultaat, bijna als een robot.” Zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in het menselijk lichaam, dat immunoglobine aanmaakt als antistof tegen gif, virussen of bacteriën. Voor elke ongewenste stof is er een eigen immunoglobine-variant. Er zijn dus miljoenen verschillende vormen van. Als reactie op het binnendringen van zo’n ongewenste stof gaat het lichaam automatisch precies de juiste variant vermenigvuldigen. “En zoiets wil ik gaan namaken, maar dan uit levenloze materie”, vertelt de katalysespecialist.

Congres
Een andere mogelijkheid om de hoeveelheid koolzuurgas in de atmosfeer terug te dringen, is het gebruik van biomassa, zoals hout of koolzaad. Tijdens de groei ervan nemen planten en bomen CO2 op uit de lucht, en bij verbranding geven ze het weer af. De balans is dus neutraal. Bovendien wordt het gebruik van biomassa steeds noodzakelijker, doordat fossiele brandstoffen opraken.
Toch vraagt Van Santen zich af of biomassa wel het antwoord is. “Biomassa in Nederland komt bijvoorbeeld uit palmolie en dat wordt meegestookt in energiecentrales. Maar het is eigenlijk voedsel, dus concurreer je met de voedselproductie. Ik denk niet dat dat het goede pad is.” Een andere optie is hout, of afval. Maar de vraag of er wereldwijd wel voldoende bruikbaar landoppervlak is om hout te verbouwen, is volgens de hoogleraar nog niet beantwoord. “Heel wonderlijk eigenlijk”, constateert hij. Daarom heeft Van Santen in mei, samen met een Italiaanse collega, in klooster Rolduc in Kerkrade een congres georganiseerd. Daar wil hij met Europese vakgenoten de opties wat betreft biomassa eens naast elkaar zetten. En daar kan ook uitkomen dat het misschien helemaal niet zo’n goed idee is. Van Santen: “Misschien moeten we ons wel helemaal richten op zonne-energie”.
Ondanks het feit dat de hamvragen nog beantwoord moeten worden, onderzoekt de oud-rector in het laboratorium de mogelijkheden van biomassa al. Bijvoorbeeld het gebruik van glycerol, een stof die vrijkomt bij de productie van biodiesel. Is het niet gek om hier al mee bezig te zijn terwijl de grote vragen nog openstaan? Van Santen vindt van niet. “Je moet én-én doen. Je kunt niet wachten op de strategische of politieke antwoorden. Echt onderzoek gaat om het genereren van opties, juist zodat je keuzes hebt.”

Verwaterd
Naast de milieukwesties wil Van Santen de komende jaren verder werken aan het lopende onderzoek naar rekenwerk aan katalytische reacties. “Zodat we een toekomst blijven hebben in dat onderzoek. Mijn KNAW-hoogleraarschap betekent dat ik daar nu de tijd voor heb.”
Een klein jaar is Van Santen bezig als KNAW-hoogleraar. Een geheel uitgeschreven plan ligt er nog niet, maar dat wil niet zeggen dat de oud-rector heeft stilgezeten. Behalve het bedenken van de grote lijn van zijn onderzoek heeft hij onder meer een boek over katalyse afgemaakt (‘Molecular Heterogeneous Catalysis’). Daar schreef hij al enkele jaren aan, samen met zijn Amerikaanse collega Matthew Neurock. Verder werkt hij nog aan een boek voor het TU/e-jubileumjaar (zie het kader hieronder) en nam hij mensen aan om onderzoek in gang te zetten. Dat naast zijn functies als directeur van het Schuit Katalyse Instituut en wetenschappelijk directeur van de katalyse-onderzoeksschool NRSC-C. Alsof dat nog niet genoeg is, was Van Santen ook veel onderweg om contact te leggen met mensen uit zijn vakgebied. Want de contacten zijn tijdens zijn rectoraat aardig verwaterd. “Ik ben altijd een man van twee benen geweest”, zegt Van Santen. “Enerzijds beleid en management, anderzijds onderzoek.” Maar de balans tussen die twee was tijdens zijn rectoraat behoorlijk zoek. “Als rector zit je in een heel druk vergadercircuit, je kunt bijna je eigen agenda niet bepalen. Aan de onderzoekskant ben je daardoor helemaal niet meer vernieuwend bezig.”

Toch kijkt Van Santen met positieve gevoelens terug op zijn periode als rector. Maar er zijn wel belangrijke aspecten die hem minder bevielen. “De bestuurlijke kant, daar houd ik niet zo van. De strategische wel, het uitzetten van lijnen. Ik heb me dan ook nooit een bestuurder gevoeld. Je moet er geduld voor hebben en dat heb ik niet.” Die eigenschap maakt hem naar eigen zeggen juist erg geschikt voor de wetenschap. “Als onderzoeker moet je ongeduldig zijn, er bovenop zitten. Anders gebeurt er niks.”

Kritische vragen
Wat heeft de wereld echt nodig? Die vraag staat centraal in het boek dat oud-rector Rutger van Santen aan het schrijven is voor het jubileumjaar van de TU/e, samen met prof.ir. Djan Khoe van de faculteit Elektrotechniek. Wat zijn de grote maatschappelijke vragen? En wat zijn de technologieën die je nodig hebt om die vragen aan te kunnen pakken? Welke wetenschap heb je vervolgens nodig om die technologieën te realiseren? Met die vragen gingen Van Santen en Khoe op stap en interviewden ze twintig hoogleraren, van wie acht van de TU/e. Het boek, dat als werktitel ‘Kritische Vragen’ heeft, is onderverdeeld in drie thema’s: leven, communicatie en duurzaamheid. “Neem bijvoorbeeld het onderwerp ‘armoede in de wereld’. Het technologische antwoord zou kunnen zijn dat je probeert heel goedkope technologie te maken. Bijvoorbeeld goedkope computers, zodat de arme landen hun maatschappijen kunnen ontwikkelen.”
De vakgebieden koos het tweetal dusdanig dat ze herkenbaar zijn voor de TU/e. Van Santen zelf is enthousiast over het boek, dat in samenwerking met journalist Bram Vermeer tot stand komt: “Het is toch geweldig dat je als TU een vooruitblik kan geven op welke technologieën nodig gaan zijn?”.
Het boek moet klaar zijn bij de Holstlezing, in december dit jaar.


 

To the top of this page