TERUG|MAIL|SLA OP
27/6/2005 Beter weefsels kweken
SAMENVATTING
Met een nieuw ontwikkeld materiaal gaat het kweken van weefsel beter.

Voor het kweken van weefsel buiten het menselijk lichaam zijn zogenaamde ‘dragermaterialen’ nodig waarop de delende cellen zich kunnen hechten. Drs. Patricia Dankers van de Technische Universiteit Eindhoven heeft deze week in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Materials een artikel gepubliceerd over verbeterde dragermaterialen. De opbouw van haar polymeren maakt het mogelijk om op een eenvoudige wijze stoffen zoals groeifactoren en geneesmiddelen in het materiaal in te bouwen. Hierdoor kan de groei van (kunst)weefsel extra gestimuleerd worden.

Met lichaamseigen cellen van een patiënt kunnen nu al nieuwe weefsels of organen gekweekt worden in het laboratorium. Deze kunnen vervolgens in dezelfde patiënt terug geïmplanteerd worden. Het voordeel hiervan is dat er na implantatie veel minder risico is op afstotingsreacties. Cruciaal bij de kweek is dat de cellen gestimuleerd worden tot de aanmaak van het juiste soort weefsel. Vooral de complexiteit van volledige organen is hierbij nog een groot probleem. Hiervoor zijn dragermaterialen nodig die de cellen stimuleren om op een heel specifieke manier te groeien: de zogenaamde bioactieve dragermaterialen.

Een schematische weergave van het dragermateriaal. De 'kronkels' zijn de polymeren waaruit het is opgebouwd; de rode en groene ovaaltjes stellen de stoffen voor (bijvoorbeeld groeifactoren of medicijnen) die er aan gehecht kunnen worden om de weefselgroei te stimuleren.



Bioactieve dragermaterialen zijn polymere materialen met daarop door middel van waterstofbruggen gebonden eiwitten en/of andere stoffen (medicijnen, groeifactoren) die er voor zorgen dat alleen het juiste soort weefsel er op aangroeit. Dankers maakt hierbij gebruik van hetzelfde soort bindingen waarmee ook DNA bij elkaar gehouden wordt. Het grote voordeel daarvan is dat heel veel biologische moleculen zo aangepast kunnen worden dat ze dergelijke bindingen aan gaan.

Voorbeelden van de verschillende vormen waarin het dragermateriaal geproduceerd kan worden. Klik op de afbeelding voor een grotere versie



Je kan dus aan haar dragermateriaal van alles en nog wat binden en ook weer er af halen. Dat geeft een grote flexibiliteit in de weefseltypen die er mee opgebouwd kunnen worden. Een tweede voordeel is dat het bio-afbreekbaar is (en dus ook in het lichaam gebruikt kan worden) en dat het in verschillende vormen gemaakt kan worden. Met verschillende ‘units’ van het materiaal zou je in theorie complete organen kunnen gaan opbouwen, inclusief al hun verschillende onderdelen. Dat zou een grote stap voorwaarts zijn voor de behandeling van allerlei ziektes.




Kennislink is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
copyright 1999-2005 Kennislink colofon /disclaimer